HET BEREIDEN VAN HAZENPOULET

Hazenpoulet is een stoofgerecht dat barst van smaak. Het vlees wordt langzaam gegaard in een rijke saus, waardoor het boterzacht wordt en de smaken prachtig samenkomen.

• Ontdooi het hazenpoulet rustig in de koelkast, het liefst een dag van tevoren.
• Haal het vlees een uur voor de bereiding uit de koelkast zodat het op kamertemperatuur kan komen.
• Dep het vlees goed droog met keukenpapier.
• Kruid het vlees royaal met zout en peper.
• Bestuif het licht met bloem zodat het straks een mooie korst krijgt en de saus wat binding heeft.
• Verhit olie en boter in een stevige pan en bak het vlees in delen goudbruin.
• Voeg tijdens het bakken een takje tijm, een takje rozemarijn en een gekneusd teentje knoflook toe voor extra smaak.
• Schep het vlees uit de pan zodra het mooi gekleurd is.
• Bak in het achtergebleven bakvet de champignons en zilveruitjes tot ze beginnen te kleuren.
• Leg het vlees terug in de pan.
• Smeer een plak ontbijtkoek dun in met mosterd en leg die bovenop het vlees.
• Voeg een scheut wildfond of bouillon toe tot het vlees net onder staat.
• Roer de aanbaksels van de bodem los zodat al die diepe smaken in de saus terechtkomen.
• Breng rustig aan de kook en zet het vuur laag.
• Laat het geheel zachtjes sudderen met de deksel half op de pan tot het vlees helemaal zacht is. Reken op ongeveer anderhalf tot twee uur.
• Roer af en toe door en controleer of er voldoende vocht in de pan blijft.